Bij ontbreken rittenregistratie toch bijtelling auto, maar geen vergrijpboete
Bij ontbreken rittenregistratie toch bijtelling auto, maar geen vergrijpboete
Gegevens
- Nummer
- 2025/898
- Publicatiedatum
- 28 augustus 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
Een bv kan zonder rittenregistratie niet aantonen dat met een ter beschikking gestelde auto minder dan 500 kilometer privé is gereden. De bijtelling is dan terecht, maar een vergrijpboete vereist overtuigend bewijs van grove schuld en daar slaagt de inspecteur niet in.
Een bv exploiteert een kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang en laat werknemers vier auto’s gebruiken voor het vervoer van kinderen en boodschappen. De werknemers tekenen autoverklaringen waarin privégebruik wordt verboden en de auto’s worden ’s avonds teruggeparkeerd bij de locatie met sleutels in een sleutelkastje. Een van de werknemers is mevrouw A, locatiemanager en indirect bestuurder via haar honderd procent-dochter. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur over 2015 en 2016 naheffingsaanslagen loonheffing op van respectievelijk € 6.732 en € 6.804, plus vergrijpboeten en belastingrente. Het geschil betreft de vraag of de auto aan mevrouw A ter beschikking stond en of is bewezen dat deze minder dan 500 kilometer privé werd gebruikt.
Auto staat ter beschikking ondanks verbod Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de auto in fiscale zin wel aan mevrouw A ter beschikking stond. Het gaat niet om de doeleinden waarvoor de auto wordt gebruikt, maar of de werknemer kan bepalen of en op welke wijze zij van de auto gebruik maakt. Doordat mevrouw A indirect bestuurder was en locatiemanager, kon zij bepalen hoe zij de auto gebruikte. Ook kon zij over de autosleutels beschikken, ondanks het beheer door een andere medewerker. Het verbod op privégebruik in de autoverklaring is niet relevant voor de vraag of sprake is van terbeschikkingstelling, maar voor het bewijs dat minder dan 500 kilometer privé is gereden. De bv heeft geen rittenregistratie bijgehouden en geen verifieerbare informatie overgelegd dat de auto niet voor privéritten werd gebruikt.
Geen grove schuld voor boeten Het hof vernietigt echter de vergrijpboeten omdat de inspecteur niet overtuigend heeft aangetoond dat sprake was van grove schuld. De bv liet werknemers autoverklaringen ondertekenen, legde regels vast in het personeelshandboek en gebruikte een sleutelkastje. Mevrouw A verklaarde geloofwaardig dat zij als minderheidsaandeelhouder voorzichtig was en niet wilde dat collega’s zouden denken dat zij misbruik maakte van haar positie. Onder deze omstandigheden handelde de bv niet met grove schuld door ervan uit te gaan dat voldoende was gewaarborgd dat de auto niet privé zou worden gebruikt.
Bron: Hof Den Haag 12-8-2025 (gepubl. 26-08-2025), ECLI:NL:GHDHA:2025:1648
Wet: art. 13bis Wet LB 1964 en art. 67f AWR