Voorlopige aanslag blijft staan na vernietiging definitieve aanslag

Voorlopige aanslag belichaamt ook de belastingschuld De Hoge Raad oordeelt dat artikel 11, lid 4, van de Algemene landsverordening belastingen (ALB) bepaalt dat in Aruba zowel de voorlopige als de definitieve aanslag de materiële belastingschuld kunnen weergeven. Dat betekent dat vernietiging van de definitieve aanslag niet automatisch tot vernietiging van de voorlopige aanslag leidt. Die voorlopige aanslag blijft staan zolang deze niet hoger is dan wat materieel verschuldigd is. De Hoge Raad verwijst naar de memorie van toelichting bij de ALB, waarin dit expliciet is bevestigd.
Het middel van de minister dat de aanslagtermijn in dit geval tien jaar zou moeten zijn in plaats van vijf, faalt. Omdat de inspecteur geen hoger beroep had ingesteld, kon het hof niet terugkomen op het oordeel dat de definitieve aanslag te laat was opgelegd. De Hoge Raad verklaart zowel het principale als het incidentele cassatieberoep ongegrond.

Bron: Hoge Raad, 17-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1571