Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden
Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden
Gegevens
- Nummer
- 2025/1246
- Publicatiedatum
- 17 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
Een man krijgt geen aftrek voor verhuiskosten of het verhuiskostenforfait over 2016. De verhuizing houdt volgens het hof geen verband met zakelijke belangen van zijn beperkte werkzaamheden buiten loondienst.
De man werkt in 2016 vier à vijf dagen per week in loondienst bij twee werkgevers en verricht daarnaast beperkt werkzaamheden als buitenpromovendus en incidentele werkzaamheden voor twee opdrachtgevers. Hij woont sinds 2008 in een huurwoning in Amsterdam en verhuist in augustus 2016 naar een duurdere en grotere huurwoning. De woonsituatie in Amsterdam geeft volgens hem ernstige geluidsoverlast, waardoor hij stelt dat werken in zijn woning niet goed mogelijk is. In zijn initiële aangifte brengt hij geen verhuiskosten in aftrek, maar vraagt in een latere aanvullende aangifte om ambtshalve vermindering en claimt een forfaitaire aftrek op grond van artikel 3.17 Wet IB 2001. De inspecteur wijst dit verzoek af. In hoger beroep gaat het om de vraag of de verhuizing zakelijk is en of daarmee recht bestaat op aftrek van verhuiskosten.
Verhuizing niet noodzakelijk voor werkzaamheden Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat de verhuizing niet zakelijk is. Voor aftrek is vereist dat de verhuiskosten zijn gemaakt met het oog op de belangen van de werkzaamheden buiten loondienst. De man verricht in 2016 echter slechts incidenteel werkzaamheden naast zijn substantiële loondienstbetrekking. De inkomsten uit deze werkzaamheden zijn beperkt en nemen in de jaren erna verder af. Het hof vindt het onaannemelijk dat de verhuizing naar een grotere en kwalitatief betere woning noodzakelijk is voor deze geringe werkzaamheden. Zelfs als sprake is van geluidsoverlast, blijkt niet dat belanghebbende daardoor zijn werkzaamheden niet kon voortzetten. De kosten zijn daarom niet toerekenbaar aan zakelijke belangen.
Geen recht op forfaitaire aftrek en geen interne compensatie Omdat de verhuizing niet zakelijk is, komen de kosten niet in aftrek en bestaat ook geen recht op het verhuiskostenforfait. Het hof voegt daaraan toe dat toekenning van aftrek zou leiden tot een wanverhouding tussen kosten en het belang van de werkzaamheden. De vraag of sprake is van een bron van inkomen hoeft het hof niet meer te beoordelen. Ook interne compensatie speelt geen rol. Het hoger beroep is ongegrond en de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering blijft in stand.
Bron: Hof Amsterdam 22-07-2025 (gepubl. 12-11-2025), ECLI:NL:GHAMS:2025:3025