Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

Gegevens

Nummer
2025/1278
Publicatiedatum
21 november 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2025:21520
Rubriek
Uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.


Een bv exploiteert een digitaal platform waarop klanten cryptovaluta kunnen kopen en verkopen tegen door de bv vastgestelde wisselkoersen. Voor deze wisseltransacties brengt de bv een vergoeding in rekening. Daarnaast voert de bv zelf koop- en verkooptransacties uit op buitenlandse cryptobeurzen, waaronder Bittrex in de Verenigde Staten, waarvoor zij een vergoeding betaalt aan Bittrex. De inspecteur legt naheffingsaanslagen omzetbelasting op over 2017 en 2018, omdat volgens hem de bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde afnemers. De bv stelt dat zij wel recht heeft op aftrek, omdat zij ook diensten zou verrichten aan Bittrex en (een deel van) diens gebruikers buiten de EU.

Dienstverrichting en afnemerschap bij cryptotransacties De rechtbank stelt vast dat de bv voor haar klanten een dienst verricht (de wisseltransactie) en daarvoor een vergoeding ontvangt. Vervolgens koopt of verkoopt de bv dezelfde hoeveelheid cryptovaluta op een beurs als Bittrex, waarvoor zij een vergoeding betaalt aan Bittrex. De rechtbank oordeelt dat de bv in deze verhouding uitsluitend afnemer is van een dienst van Bittrex, en niet ook dienstverrichter aan Bittrex. Het voordeel ligt bij de bv, die gebruikmaakt van de faciliteiten van Bittrex. Er is geen sprake van een samenhangende dienst aan Bittrex of diens gebruikers.

Geen recht op aftrek voorbelasting voor buiten-EU-diensten Omdat alle klanten van de bv binnen de EU wonen of gevestigd zijn, heeft de bv geen afnemers buiten de EU. De rechtbank volgt het beroep op het arrest First National Bank of Chicago niet, omdat de situatie in deze zaak wezenlijk verschilt. De naheffingsaanslagen omzetbelasting zijn daarom terecht opgelegd.

Bron: Rb. Den Haag, 04-11-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:21520
Wet: art. 15 lid 2 onderdeel c Wet OB 1968