Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

Gegevens

Nummer
2025/1288
Publicatiedatum
25 november 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:PHR:2025:1210
Rubriek
Uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.


Een man en zijn partner maken bezwaar tegen hun aanslag IB/PVV 2017, specifiek over de verdeling van de grondslag sparen en beleggen. Hun bezwaar loopt mee in de massaalbezwaarprocedure over de vermogensrendementsheffing. Na het ‘Kerstarrest’ verklaart de inspecteur het bezwaar gegrond en volgt een verminderingsbeschikking. De partners willen daarna de onderlinge verdeling van box 3 wijzigen, maar de inspecteur wijst dit af omdat de aanslagen volgens de wet al onherroepelijk vaststaan. De rechtbank twijfelt of deze strikte uitleg wel klopt en stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Uitleg wettelijke regeling en knelpunten massaal bezwaar Volgens de wet mogen fiscale partners de verdeling van box 3 wijzigen tot het moment waarop beide aanslagen onherroepelijk zijn, of tot zes weken na een uitspraak van de Hoge Raad als die tot onherroepelijkheid leidt. In een massaalbezwaarprocedure wordt de aanslag echter direct onherroepelijk bij de collectieve uitspraak, terwijl de partners dan vaak nog niet weten wat de financiële gevolgen zijn. Dit leidt tot rechtsongelijkheid: partners in een individuele procedure krijgen wél zes weken bedenktijd na duidelijkheid, partners in massaal bezwaar niet.

A-G: uitzondering nodig bij massaal bezwaar A-G Koopman vindt dat deze situatie een niet-verdisconteerde bijzondere omstandigheid is. De wetgever heeft bij de wetswijzigingen niet voorzien dat de massaalbezwaarprocedure tot deze rechtsongelijkheid zou leiden. Daarom moet de beperking uit art. 2.17(4) Wet IB 2001 buiten toepassing blijven voor zover die verhindert dat partners na de verminderingsbeschikking hun verdeling nog aanpassen. De A-G adviseert de Hoge Raad om te bepalen dat partners tot zes weken na de dagtekening van de verminderingsbeschikking alsnog een verzoek tot wijziging mogen indienen.

Bron: PHR 07-11-2025, ECLI:NL:PHR:2025:1210
Wet: art. 2.17 Wet IB 2001, art. 25e AWR