Vermelden e-mailadres in bezwaarformulier geen toestemming voor digitale bekendmaking uitspraak

Vermelden e-mailadres in bezwaarformulier geen toestemming voor digitale bekendmaking uitspraak

Gegevens

Nummer
2025/1289
Publicatiedatum
25 november 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1728
Rubriek
Uitspraak

Het invullen van een e-mailadres in een verplicht veld van een digitaal bezwaarformulier betekent niet automatisch dat de gemeente uitspraken per e-mail mag versturen. De Hoge Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het verzet gegrond.


Een man krijgt in juli 2022 naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Leiden. Hij maakt digitaal bezwaar via het contactformulier op de gemeentelijke website, waarbij hij verplicht zijn e-mailadres moet invullen. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond en stuurt de uitspraak per e-mail. De man stelt dat hij deze uitspraak niet heeft ontvangen en dat hij geen toestemming heeft gegeven voor digitale verzending. Hij dient opnieuw bezwaar in, maar de inspecteur verklaart dit niet-ontvankelijk. De rechtbank behandelt het tweede bezwaar als beroep tegen de eerste uitspraak en oordeelt dat dit te laat is ingediend, omdat de beroepstermijn volgens de rechtbank al was gaan lopen na de e-mail van de inspecteur. De man voert in verzet aan dat hij nooit expliciet heeft ingestemd met digitale bekendmaking.

Kenbaarheidsvereiste bij digitale bekendmaking De Hoge Raad oordeelt dat het enkel invullen van een e-mailadres in een verplicht veld van een digitaal bezwaarformulier niet betekent dat de indiener akkoord gaat met digitale bekendmaking van uitspraken. Het formulier vermeldt niet dat het e-mailadres hiervoor wordt gebruikt en de indiener heeft geen expliciete keuze gekregen. Ook het feit dat een ontvangstbevestiging per e-mail wordt gestuurd, is onvoldoende om aan te nemen dat de verdere correspondentie digitaal mag verlopen. De uitspraak op bezwaar is daarom niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt.
Omdat de uitspraak op bezwaar niet correct is bekendgemaakt, begint de beroepstermijn pas te lopen op het moment dat de man daadwerkelijk kennisneemt van de uitspraak. De rechtbank moet nu vaststellen wanneer dat is gebeurd. De Hoge Raad verklaart het verzet gegrond en vernietigt de eerdere uitspraak.

Bron: HR 21-11-2025, ECLI:NL:HR:2025:1728
Wet: art. 2:14 Awb