Mantelzorger vrijgesproken van diefstal; strafvervolging door verjaring vervallen
Mantelzorger vrijgesproken van diefstal; strafvervolging door verjaring vervallen
Gegevens
- Nummer
- 2025/1297
- Publicatiedatum
- 27 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
Een vrouw is door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van diefstal van ruim € 450.000 van haar oom en tante. De vrouw werd ook verdacht van verduistering van dit bedrag. De rechtbank komt tot het oordeel dat de vrouw daarvoor niet vervolgd kan worden, omdat het recht op vervolging voor deze verdenkingen is verjaard.
De zaak draait om een vrouw die sinds 2010 mantelzorger is voor haar oom en tante. In december 2012 krijgt zij via een notariële volmacht de bevoegdheid om hun financiële zaken te regelen, inclusief toegang tot bankrekeningen en bankpassen. De kleinzonen van haar oom doen in 2016 aangifte van verduistering, omdat zij vermoeden dat de vrouw samen met haar partner grote geldbedragen heeft uitgegeven zonder recht. Het grootste deel van het geld zou naar een verbouwing van een restaurant en hotel in Turkije zijn gegaan. De vrouw erkent de transacties, maar stelt dat deze met toestemming van haar oom zijn gedaan. De officier van justitie vervolgt haar voor gekwalificeerde diefstal en verduistering over de periode 2010-2017.
Verjaring en ontvankelijkheid van het OM De rechtbank stelt vast dat het recht tot strafvervolging voor verduistering volledig is verjaard en voor diefstal deels verjaard is. Alleen feiten gepleegd na 27 juli 2012 (diefstal) en na 27 juli 2018 (verduistering) kunnen nog worden vervolgd. De officier van justitie wordt daarom deels niet-ontvankelijk verklaard.
Geen bewijs voor diefstal of verduistering De rechtbank beoordeelt of er sprake is van diefstal door middel van een valse sleutel. Na het verlenen van de volmacht had de vrouw rechtmatig toegang tot het geld en de bankpassen. Ook als zij tegen de wil van haar oom en tante handelde, is dat geen diefstal maar verduistering, en die feiten zijn verjaard. Voor de periode vóór de volmacht is er onvoldoende bewijs dat de vrouw geld heeft gestolen; verklaringen en getuigen ondersteunen haar lezing dat de transacties met toestemming plaatsvonden. De rechtbank spreekt haar daarom volledig vrij van alle ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partijen (de kleinzonen) worden niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot schadevergoeding.
Bron: Rb. Midden-Nederland, 24-11-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:6292
Wet: art. 70, art. 71, art. 72 Sr en art. 6 EVRM