Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Gegevens

Nummer
2025/1316
Publicatiedatum
3 december 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2025:7367
Rubriek
Uitspraak

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de informatiebeschikking terecht heeft opgelegd voor de jaren 2008-2014. Voor de jaren 2015-2018 vervalt de beschikking omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd. De man moet alsnog binnen zes weken de gevraagde informatie over Luxemburgse bankrekeningen verstrekken.


De man woont in Nederland en ontvangt via internationale gegevensuitwisseling informatie over mogelijke rekeningen bij een Luxemburgse bank. De inspecteur stuurt hem en zijn echtgenote vanaf 2019 meerdere verzoeken om de verklaring buitenslands vermogen in te vullen en aanvullende gegevens te verstrekken. Ondanks herhaalde verzoeken, inclusief toezending van kopieën van Luxemburgse bankstukken, blijft informatie uit. In september 2020 volgt een informatiebeschikking voor de jaren 2008-2018. De man maakt bezwaar en stelt onder meer dat de bankgegevens zijn vervalst, onrechtmatig zijn verkregen en dat hij niet beschikt over de gevraagde informatie. Ook zou sprake zijn van etnisch profileren en ontbreekt heroverweging in bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep staat nog ter beoordeling of de informatiebeschikking terecht is opgelegd.

Inspecteur toont belang buitenlandse rekeningen aan Het hof bevestigt dat de inspecteur voldoende aannemelijk maakt dat de man en zijn echtgenote buitenlandse rekeningen hebben gehad. De openingsformulieren, handtekeningen en saldigegevens uit Luxemburg zijn overtuigend. De man ontkent dit slechts met algemene stellingen over fraude en gevaar, zonder onderbouwing. Dat hij heeft verzocht dat alle bankpost bij de bank werd bewaard, komt voor zijn rekening. Hij heeft geen enkele inspanning geleverd om informatie bij de bank op te vragen. De verwijten over onrechtmatig bewijs, profileren of gebrekkige heroverweging worden verworpen.
Omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd voor 2015-2018, wordt de informatiebeschikking voor die jaren vernietigd. Voor 2008-2014 blijft zij in stand. De man krijgt een nieuwe termijn van zes weken om alsnog de gevraagde stukken te leveren.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 18-11-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:7367

Wet: art. 47 en art. 52a AWR