Onttrekking is geen bewijs van verzwijgen loon

Onttrekking is geen bewijs van verzwijgen loon

Gegevens

Nummer
2024/1131
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1394
Rubriek
Uitspraak

Het onttrekken van vermogensbestanddelen aan de bv wijst op een verkapte winstuitdeling, maar niet op het ten onrechte achterwege laten van de gebruikelijkloonregeling.


Een vrouw heeft arbeid verricht voor een bv van haar echtgenoot waarin zij ook een aanmerkelijk belang heeft. Zij heeft daarvoor geen beloning ontvangen of verantwoord in haar aangiften IB/PVV 2014 tot en met 2017. Volgens de inspecteur is dat onterecht. Hij heeft daarom voor die jaren een gebruikelijk loon in aanmerking genomen. Voorts heeft hij de vrouw voor 2015 en 2016 boetes voor een aangiftevergrijp opgelegd. De Belastingdienst legt de vrouw voor 2017 een vergrijpboete op omdat door haar voorwaardelijke opzet te weinig belasting is betaald. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat de inspecteur aan zijn verzwaarde bewijslast inzake het bestanddeel ‘voorwaardelijk opzet’ heeft voldaan.

Ontoereikend gemotiveerd hofoordeel over vergrijpboete In cassatie houdt dat oordeel echter geen stand. Op zich heeft het hof het juiste rechtskader gehanteerd. De Hoge Raad heeft echter kritiek op het hofoordeel dat de inspecteur overtuigend heeft aangetoond dat de vrouw door bewust af te zien van loon van de bv, wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat de aangifte onjuist was en te weinig belasting zou worden geheven. De Hoge Raad vindt dit hofoordeel ontoereikend gemotiveerd. Dat de inspecteur overtuigend heeft aangetoond dat de vrouw met (voorwaardelijk) opzet ten onrechte geen loon van de bv in haar aangiften heeft verantwoord, volgt namelijk niet uit de bewijsmiddelen die het hof hanteert. Het gaat hierbij om:

  • de verklaring van de vrouw dat zij heeft afgezien van loon van de bv omdat er onvoldoende liquide middelen beschikbaar waren, en

  • de bevinding van het boekenonderzoek dat uit de administratie van de bv is gebleken dat aanzienlijke bedragen aan het vermogen van de bv zijn onttrokken.

Onttrekkingen spelen geen rol bij loonkwestie Volgens de Hoge Raad moet men eerst vaststellen dat de vrouw ondanks dat zij heeft afgezien van loon, wel een loon van de bv moest aangeven. Dat is in deze zaak alleen het geval op grond van de gebruikelijkloonregeling. Maar die regeling is alleen van toepassing als de vrouw een aanmerkelijk belang in de bv houdt. Verder zijn inderdaad aanzienlijke bedragen aan het vermogen van de bv onttrokken. Maar de fiscus heeft die bedragen als winstuitdelingen (dividend) belast en dus niet als loon aangemerkt. Daardoor spelen die onttrekkingen geen rol bij het aan de vrouw gemaakte verwijt dat zij ten onrechte geen loon van de bv heeft aangegeven. Gezien dit alles vernietigt de Hoge Raad de hofuitspraak en verwijst de zaak voor de boetes naar een ander hof.

Bron: Hoge Raad 04-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1394, Hof Den Haag 08-11-2022 (gepubl. 14-11-2022) (ECLI:NL:GHDHA:2022:2329)
Wet: art. 67d en art. 67e AWR
Meer info: Zekerheid stellen is geen overdracht economische eigendom (BZ Actueel 20-12-2022)
Practice note: Gebruikelijk loon dga