Concernvrijstelling ondanks afspraken met fondsinvesteerders
Concernvrijstelling ondanks afspraken met fondsinvesteerders
Gegevens
Als er maar één soort aandelen zijn, vertegenwoordigen deze de volledige juridische en economische eigendom. Dit kan relevant zijn voor de toepassing van de concernvrijstelling in de overdrachtsbelasting.
Een Nederlandse bv verkrijgt op 15 april 2021 alle aandelen in een vastgoed-bv in het kader van de liquidatie van een fonds. De bv wil de concernvrijstelling in de overdrachtsbelasting toepassen. De inspecteur weigert de toepassing van deze vrijstelling omdat hij meent dat de bv en de vastgoed-bv niet tot hetzelfde concern behoorden. Maar Rechtbank Den Haag stelt de bv in het gelijk. De Belastingdienst laat het daarbij echter niet zitten en gaat in hoger beroep.
Concernstructuur en economisch belang Het hof bevestigt dat de bv en de vastgoed-bv tot hetzelfde concern behoren. De moedermaatschappij houdt namelijk 100% van de aandelen in beide vennootschappen. Het hof wijst nog erop dat in deze situatie slechts sprake is van één soort aandelen. Daardoor vertegenwoordigen die aandelen het gehele (daadwerkelijke) belang in de bv: de juridische en economische eigendom. De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat het economisch belang bij de aandelen elders ligt. De contractuele afspraken met fondsinvesteerders doen hieraan niet af. Volgens het hof heeft de bv daarom terecht de concernvrijstelling toegepast.
Bron: Hof Den Haag 25-02-2025 (gepubl. 22-04-2025), (ECLI:NL:GHDHA:2025:369), Rb. Den Haag 22-12-2023 (gepubl. 13-02-2024) (ECLI:NL:RBDHA:2023:21828)
Wet: art. 15 lid 1 onderdeel h WBRV, art. 5b Uitv besl RV
Practice note: