Kennnisgroepstandpunt export voertuig, tijdsduur inschrijving en teruggaaf bpm
Kennnisgroepstandpunt export voertuig, tijdsduur inschrijving en teruggaaf bpm
Gegevens
- Nummer
- 2025/648
- Publicatiedatum
- 13 juni 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
De Kennisgroep auto heeft de vraag beantwoord of de tijdsduur van een inschrijving in een andere lidstaat van de EU of staat die partij is bij de EER mede bepaalt of voldaan is aan de voorwaarden voor teruggaaf op de voet van art. 14a Wet BPM 1992.
De aanleiding voor de vraag is de situatie dat belanghebbende de Nederlandse tenaamstelling van een gebruikt voertuig beëindigt omdat het motorrijtuig buiten Nederland wordt gebracht. Het motorrijtuig wordt verkocht aan een afnemer in een andere lidstaat binnen de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de EU/EER. Het motorrijtuig wordt in Duitsland ingeschreven, gebruikmakend van een ‘Duitse brief’ (Kraftfahrzeugbrief) met registratie op naam van een exportdienstverlener die geen juridisch of economisch eigenaar van het motorrijtuig wordt. Met bescheiden wordt de overbrenging naar Duitsland aangetoond.
Op basis van de ‘Duitse brief’ en overbrenging wordt om teruggaaf op de voet van art. 14a Wet BPM 1992 verzocht. Aan de overige eisen van art. 14a Wet BPM 1992 is voldaan. De inschrijving van het motorrijtuig in Duitsland wordt na verloop van korte tijd beëindigd.
Vraag Is de (korte) duur van de inschrijving van het motorrijtuig in Duitsland relevant voor de beoordeling of is voldaan aan de eisen van art. 14a lid 1 Wet BPM 1992?
Antwoord Nee, de tijdsduur van de inschrijving is niet relevant. Art. 14a lid 1 Wet BPM 1992 vereist dat het motorrijtuig wordt ingeschreven in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de EU/EER en als bewijs daarvan een kentekenbewijs wordt afgegeven, niet zijnde een kentekenbewijs dat is afgegeven op basis van een tijdelijke inschrijving als bedoeld in art. 1 van de in art. 14a Wet BPM 1992 genoemde Richtlijn. Het in de casus overgelegde kentekenbewijs kwalificeert volgens deze Richtlijn niet als een kentekenbewijs dat is afgegeven op basis van een tijdelijke inschrijving. Verder is gegeven dat het motorrijtuig ook daadwerkelijk naar Duitsland is overgebracht en tevens dat is voldaan aan de overige eisen voor teruggaaf van bpm.
Bron: Belastingdienst, kennisgroepstandpunt nr. KG:013:2025:2
Wet: art. 14a Wet BPM