Standpunt invordering bij feitelijk samenwerkingsverband OB
Standpunt invordering bij feitelijk samenwerkingsverband OB
Gegevens
- Nummer
- 2025/733
- Publicatiedatum
- 8 juli 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
De Kennisgroep invordering & civiel recht heeft de vraag beantwoord of en hoe de ontvanger een belastingschuld van een feitelijk samenwerkingsverband OB kan invorderen. Het betreft een herziening van een in 2017 ingenomen standpunt.
De natuurlijke personen AX en BY zijn woonachtig in het buitenland en zijn gezamenlijk eigenaar van een in Nederland gelegen onroerende zaak. Deze onroerende zaak is aangekocht met het oogmerk deze te verhuren. De inspecteur omzetbelasting heeft AX en BY voor wat betreft deze activiteit als omzetbelastingplichtig samenwerkingsverband aangemerkt op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet OB. Aan AX en BY is één omzetbelastingnummer toegekend en ze zijn in de systemen van de Belastingdienst geregistreerd als ‘samenwerkingsverband overig’, met de tenaamstelling: ‘AX & BY’. ‘A’ en ‘B’ staan hierbij voor de voorletters van beide natuurlijke personen en ‘X’ en ‘Y’ voor de achternamen. Deze tenaamstelling is gehanteerd, omdat de natuurlijke personen niet onder een gezamenlijke naam deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Was dit laatste wel het geval, dan zou die gezamenlijke naam door de Belastingdienst als tenaamstelling zijn gehanteerd. Aan het samenwerkingsverband OB AX & BY zijn naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd, die onbetaald zijn gebleven. Het samenwerkingsverband is feitelijk van aard, in die zin dat er geen sprake is van een personenvennootschap.
Vraag Kan de ontvanger de belastingschuld invorderen bij het feitelijk samenwerkingsverband OB dan wel de natuurlijke personen? Zo ja, hoe?
Antwoord De ontvanger kan niet bij het feitelijk samenwerkingsverband OB invorderen, omdat het civielrechtelijk niet bestaat. Invordering bij de natuurlijke personen is zonder aansprakelijkstelling ook niet mogelijk, omdat de natuurlijke personen niet als belastingschuldigen kwalificeren. Wel kan de ontvanger de natuurlijke personen aansprakelijk stellen op grond van artikel 33, eerste lid, aanhef en sub a, van de Invorderingswet 1990. Als sprake is van een niet in Nederland gevestigd lichaam kan, als er een vaste inrichting in Nederland is en de natuurlijke personen als leider van die vaste inrichting kwalificeren, de ontvanger ook aansprakelijk stellen op grond van artikel 33, eerste lid, aanhef en sub b, Iw 1990.
Bron: Belastingdienst, kennisgroepstandpunt nr. KG:207:2025:3
Wet: art. 33 Iw Iw 1990