BelastingZaken 2013, afl. 2 - Bad bank
Aflevering 2, gepubliceerd op 21-02-2013Op vrijdag 1 februari 2013 werd bekend gemaakt dat de Nederlandse Staat SNS Reaal heeft genationaliseerd. Wat inhoudt dat (onder meer) de aandelen in de bank zijn onteigend. Voor 3,7 miljard euro die, als het goed is, weer terugbetaald, dan wel terugverdiend gaat worden. Heel jammer voor de aandeelhouders, waarvan er zo'n 400 zich hebben gemeld bij de Raad van State voor een procedure om het besluit van minister Dijsselbloem van Financiën terug te draaien. Maar moet de belastingbetaler daar nu blij om zijn? Het antwoord is ja. SNS Reaal kocht in 2006 Bouwfonds Property Finance, een onderdeel van het grote Bouwfonds. Bouwfonds werd na de oorlog opgericht door de Nederlandse gemeenten om betaalbare koopwoningen te bouwen en speelde in het begin van deze eeuw een centrale rol in de grootste vastgoedfraude die tot op heden werd ontdekt (de Klimopzaak). Uitgerekend dit Bouwfonds, althans een onderdeel ervan, blijkt nu de gifpil te zijn waar de overigens gezonde bankverzekeraar aan onderdoor is gegaan. Het verdient allemaal geen schoonheidsprijs. In de weken voorafgaand aan de onteigening werd druk gespeculeerd over gesprekken met een consortium van private investeringsmaatschappijen over een eventuele overname van SNS Reaal. Wat was dan waarschijnlijk het scenario geweest? De vastgoedleningen waar zwaar op moest worden afgeboekt, zouden worden ondergebracht in een 'bad bank', waar met overheidsgaranties de leningen zouden worden geadministreerd. Die afboekingen bestaan vooral op papier en hangen samen met de afwaarderingen die investeerders hebben moeten doen op het vastgoed. Als de kans dat rente en de aflossingen niet meer worden voldaan stijgt, dan daalt natuurlijk de waarde van de lening. Potentieel valt er toch nog wel veel geld te verdienen. En dat zou dan verdwijnen in de zakken van de private equity-partijen. Een loterij zonder nieten, zou je haast zeggen. En de Nederlandse Staat zou veel geld mislopen, terwijl zij wel garant moest staan. Geen goede deal dus. Het bank- en verzekeringsbedrijf zou voor veel geld kunnen worden doorverkocht of naar de beurs worden gebracht. Dan zou het opwaartse potentieel enorm zijn. Al met al zou deze oplossing over een paar jaar tot grote maatschappelijke verontwaardiging aanleiding hebben kunnen gegeven. En dus is het maar goed dat het ministerie van Financiën deze weg niet ingeslagen is. Mogelijk heeft Financiën geleerd van de verkoop van Intertrust. Dit grote trustkantoor was onderdeel van Fortis (of liever gezegd MeesPierson, dat ooit door Fortis van ABN Amro werd overgenomen). Na de nationalisatie van Fortis zat de Staat met Intertrust in haar maag; politiek was het slecht te verkopen dat de overheid eigenaar was van een bedrijf dat meewerkte aan het ontwijken van belasting door grote ondernemingen. En dus besloot men Intertrust snel te verkopen aan een private investeerder. Naar verluidt voor nog geen 300 miljoen euro. Onlangs, vijf jaar later, werd Intertrust doorverkocht aan een andere private investeerder, die er circa 700 miljoen euro voor neerlegde. 0,4 miljard die wij als belastingbetaler zijn misgelopen. Dat willen we niet nog eens meemaken.