Samenloop BOR en NSW-faciliteit leidt niet tot extra vrijstelling
Samenloop BOR en NSW-faciliteit leidt niet tot extra vrijstelling
Gegevens
- Nummer
- 2025/1150
- Publicatiedatum
- 23 oktober 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
De rechtbank oordeelt dat bij samenloop van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de faciliteit van de Natuurschoonwet (NSW) de NSW-vrijstelling slechts aanvullend toepassing vindt, omdat de BOR het merendeel van de NSW-gerangschikte goederen al van heffing vrijstelt.
Een man erft alle aandelen in een bv van zijn overleden moeder. De bv bezit een opengesteld landgoed dat is gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928 (NSW) en drijft een agrarische onderneming. De man doet in zijn aangifte erfbelasting zowel een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) als op de NSW-faciliteit. De inspecteur past de BOR toe op de onderneming en stelt de NSW-vrijstelling vast op € 38.603. De man meent dat de NSW-faciliteit volledig moet gelden en dat de aanslag erfbelasting moet worden vastgesteld op slechts € 113.641.
Samenloop BOR en NSW-faciliteit Rechtbank Noord-Nederland wijst erop dat de samenloop van de BOR en de NSW-faciliteit niet eerder aan de rechter is voorgelegd. Volgens de rechtbank vereist de NSW twee berekeningen: één op basis van de normale erfbelasting (de aanslag) en één waarbij de waarde van het landgoed op nihil wordt gesteld. De inspecteur moet voor beide berekeningen uitgaan van de liquidatiewaarde van het ondernemingsvermogen, omdat die hoger is dan de waarde going concern. Op basis daarvan bedraagt de NSW-faciliteit € 38.603.
Volgens de rechtbank is het doel van de NSW-faciliteit – het behoud van landgoederen – hiermee bereikt. Het grootste deel van de waarde van het landgoed is al vrijgesteld door de BOR. De aanvullende NSW-faciliteit zorgt ervoor dat ook het resterende deel niet wordt belast. Dat de NSW-faciliteit hierdoor niet volledig kan worden benut, maakt dit niet anders. Het beroep is ongegrond.
Bron: Rb. Noord-Nederland, 30-09-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:4125
Wet: art. 35b e.v. SW, art. 7 en art. 7a Natuurschoonwet 1928