Organisator van illegaal kansspel moet IB en KSB betalen

Organisator van illegaal kansspel moet IB en KSB betalen

Gegevens

Nummer
2025/476
Publicatiedatum
25 april 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:415
Rubriek
Uitspraak

Ook de organisator van illegale weddenschappen op voetbalwedstrijden in Nederland moet kansspelbelasting en inkomstenbelasting betalen.


Een man die woonachtig is in Nederland, beheert vanaf 3 september 2013 een netwerk van weddenschappen op sportwedstrijden via een Engelse website. Hij werkt samen met een andere persoon, die naar het buitenland is geëmigreerd. De structuur van dit samenwerkingsverband omvat een puntensysteem. Spelers betalen een bepaald bedrag in contanten, bijvoorbeeld € 10, om € 1 aan speelgeld te krijgen. Op die manier blijft een groot deel van de gokomzet buiten het zicht van de website en van de autoriteiten. Deze manier van aanbieden van een kansspel is illegaal. Wanneer de autoriteiten achter dit illegale kansspel komen, legt de Belastingdienst naheffingsaanslagen kansspelbelasting op aan de man en aan het samenwerkingsverband. Bovendien krijgt de man navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De man en het samenwerkingsverband starten beroepsprocedures tegen de naheffings- en navorderingsaanslagen.

Overige binnenlandse kansspelen Ondanks het gebruik van de Engelse website moet men het desbetreffende kansspel rekenen tot de binnenlandse kansspelen, aldus hof Den Haag. De reden is dat de Nederlandse man de organisator van het spel is. Hij beheert namelijk de geldstromen, benoemt agenten die met spelers contact hebben, keert bedragen uit en houdt een administratie bij. De website fungeert slechts als communicatiemiddel. Het hof oordeelt dat de weddenschappen niet als internetkansspelen kwalificeren. De uitslag van de sportwedstrijden wordt op het veld bepaald en niet via een elektronisch proces op het internet. Daarmee behoort het kansspel tot de overige binnenlandse kansspelen. De man betoogt vervolgens dat geen kansspelbelasting is verschuldigd omdat de weddenschappen illegaal waren. Maar het hof verwerpt dit standpunt. De fiscale neutraliteit van de kansspelbelasting betekent dat het voor de heffing niet uitmaakt of het kansspel legaal of illegaal plaatsvindt.

Vernietiging naheffingsaanslag voor samenwerkingsverband Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslag kansspelbelasting terecht aan de man is opgelegd. Maar omdat de man al de inhoudingsplichtige is voor de kansspelbelasting, kan het samenwerkingsverband niet ook inhoudingsplichtige zijn. Daarom vernietigt het hof de naheffingsaanslagen kansspelbelasting die zijn opgelegd aan het samenwerkingsverband.

Belastbare inkomsten uit goknetwerk Ten slotte oordeelt het hof dat men de inkomsten uit de gokactiviteiten als winst uit onderneming moet aanmerken. Deze inkomsten zijn bovendien toe te rekenen aan de man. Hij vervult immers een belangrijke rol binnen de organisatie door de geldstromen en administratie te beheren. Omdat hij de inkomsten uit de gokactiviteiten niet heeft aangegeven, is sprake van omkering en verzwaring van de bewijslast. Dan nog moet de inspecteur een redelijke schatting van de inkomsten maken. Het hof vindt de hoogte van de totale geschatte winst redelijk, maar rekent 60% van de winst aan de buitenlandse persoon toe en 40% aan de Nederlandse man. Daarnaast verlaagt het hof de opgelegde vergrijpboetes naar 20% van het nagevorderde bedrag vanwege deze verdeling en een overschrijding van de redelijke termijn.

Bronnen: hof Den Haag 13-03-2025 (gepubl. 22-04-2025), ECLI:NL:GHDHA:2025:415, hof Den Haag 13-03-2025 (gepubl. 22-04-2025), ECLI:NL:GHDHA:2025:416 en hof Den Haag 13-03-2025 (gepubl. 22-04-2025), ECLI:NL:GHDHA:2025:417
Wet: art. 27e lid 1, art. 27h en art. 67e AWR, art. 3.2 Wet IB 2001 en art. 1 lid 1 onderdeel c, art. 2 lid 2 en art. 6 lid 2 WKB