BelastingZaken 2013, afl. 4 - Agressieve estate planning?
Aflevering 4, gepubliceerd op 18-04-2013 geschreven door Philip RuysEr woedt een discussie over agressieve fiscale planning. Politici en media hebben het gemunt op het fiscale vestigingsklimaat in Nederland. In kranten en op televisie moeten we steeds vaker het verhaal aanhoren, dat Nederland een belastingparadijs is, dat internationale bedrijven helpt om in andere landen belasting te ontwijken. Met allerlei tendentieuze en niet zelden onvolledige en/of onjuiste beweringen wordt een negatieve sfeer opgeroepen. De 'gewone' man, particulier of ondernemer, weet wel beter. Als Nederland al een belastingparadijs is, dan geldt dat zeker niet voor hem. De overheid grijpt de laatste jaren alle denkbare middelen aan om belastingen en andere bijdragen te verhogen en nieuwe middelen te verzinnen. Zo ook ten aanzien van de ouderen die in een AWBZ-instelling verblijven. Voor hen is de eigen bijdrage voor het verblijf met ingang van dit jaar verhoogd met maar liefst 8% van het box 3-inkomen in het peiljaar. Hoe het werkt met die peiljaren, daar wil ik vanaf zijn en er is een maximumbijdrage per maand, maar het komt erop neer dat het gespaarde vermogen snel kan dalen met zo'n EUR 25.000 per jaar. Dit roept bij de meer ervaren adviseurs associaties op met de vermogenstoets uit de Wet op de bejaardenoorden, die per 1 januari 1997 werd ingetrokken. Met name voor de gevallen waarin het vermogen van de bejaarde bestaat uit een schuld aan de kinderen wegens overbedeling op grond van - bijvoorbeeld - de wettelijke verdeling of een ouderwetse ouderlijke boedelverdeling. Want die schuld is niet aftrekbaar in box 3 en telt dus gewoon mee voor de bepaling van de eigen bijdrage. Het is toch zuur als je een eigen bijdrage moet betalen over een grondslag die deels bestaat uit iets wat niet van jou is, alleen vanwege een - op zich begrijpelijke - regel (defiscalisering; dat wil zeggen de langstlevende betaalt inkomstenbelasting over de vordering en niet het kind). Een onbillijkheid dus, waar mogelijk wat aan gedaan kan worden. Toen de vermogenstoets in de wet op de bejaardenoorden nog bestond, was het niet ongebruikelijk dat er in testamenten een 'opeisbaarheidsclausule' werd opgenomen. Zodoende hoefde de bejaarde niet in te teren op het vermogen. Bekijk of dat zo is; mogelijk kan die clausule alsnog worden ingeroepen. Zo niet, dan zou de bejaarde vrijwillig kunnen gaan terugbetalen op de schuld. Als dat onverplicht gebeurt, wordt dat op zichzelf aangemerkt als een schenking, waarvan de waarde op de juiste wijze moet worden bepaald. Daarvoor bestaan dan weer vrijstellingen. Agressief? Dat laat ik graag aan u zelf over.