Aflevering 5

Gepubliceerd op 19 mei 2014

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Bedrijfstak­pensioenfondsen

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Boven, Edzo
Steeds meer bedrijfstakpensioenfondsen zijn zeer actief op zoek naar ondernemingen die verplicht bij hen moeten zijn aangesloten. Vaak leidt dit tot enorme financiële en fiscale problemen voor die ondernemingen, als blijkt dat zij verplicht waren zich bij het bedrijfstakpensioenfonds aan te sluiten. Het dringende advies is dan ook om regelmatig te (laten) beoordelen of een verplichte aansluiting al dan niet aan de orde is. Indien dit het geval is, verdient het veelal aanbeveling zelf actie(s) te ondernemen en niet af te wachten tot een bedrijfstakpensioenfonds op de stoep staat.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Besluit ROW herzien

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Beer, mr. A.M.A. de
Op 21 februari 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën een nieuw besluit ’Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden’ uitgevaardigd. Het besluit bevat vooral nieuwe bepalingen over de terbeschikkingstellingsregeling. Hieronder bespreken wij een aantal onderdelen.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Blunder

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
Een dame op leeftijd krijgt in februari 2012 van de inspecteur een brief waarin hij aangeeft dat zij volgens zijn gegevens over een of meer bankrekeningen in het buitenland beschikt. Hij verzoekt, door middel van een vragenbrief, om nadere informatie. In september 2012 stuurt hij een kopie van de vragenbrief naar de adviseur van de dame en verzoekt hem de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken. In oktober 2012 worden informatiebeschikkingen afgegeven voor de jaren 2001 tot en met 2004. In december 2012 laat de inspecteur aan de adviseur weten, dat hij bereid is tot een oplossing. In een reactie hierop stuurt de adviseur de inspecteur een brief met een verklaring van de dokter van de vrouw. Volgens die verklaring is zij niet meer in staat enige inhoudelijke vraag over haar financiën te beantwoorden. Voor de rechtbank is het de vraag of de informatiebeschikkingen terecht zijn gegeven. Volgens de adviseur is de vrouw, gelet op haar geestelijke en fysieke gesteldheid en haar gevorderde leeftijd, niet in staat vragen te beantwoorden, omdat zij de strekking van de vragen niet begrijpt. De inspecteur vindt dat de vrouw verplicht is de gevraagde informatie te verschaffen en dat terecht een informatiebeschikking is gegeven. De vrouw is immers door middel van zaakwaarneming of ondercuratelestelling in staat de gestelde vragen te beantwoorden. Verder stelt de inspecteur dat het onwaarschijnlijk, dan wel onmogelijk is, dat de vrouw niet in staat is de gestelde vragen te beantwoorden, maar wel de lopende financiële zaken kan behartigen dan wel laten behartigen. Volgens de rechtbank is ieder op basis van de AWR verplicht aan de inspecteur gegevens en inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de belastingheffing. Om die gegevens te krijgen kan de inspecteur een informatiebeschikking vaststellen. Dat de vrouw niet in staat is zelf deze informatie te leveren dan wel een ander daartoe opdracht te geven of te machtigen, is een omstandigheid die voor haar rekening en risico dient te blijven.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Boete bij gebruik geschorste auto

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Elbert, Heleen
Wanneer u betrapt wordt bij het gebruik van uw geschorste auto op de openbare weg, bent u financieel nog niet jarig. In deze zaak moet de automobilist alsnog een jaar motorrijtuigenbelasting ad € 682 betalen plus een boete van 100%. In totaal dus een bedrag van ruim € 1.300.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - De bonus in de vrije ruimte?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Mr. R. Pauli
Met ingang van 1 januari 2011 is de werkkostenregeling ingevoerd in de Wet op de loonbelasting 1964, met een overgangsregeling die geldt tot 1 januari 2015. Met ingang van 1 januari 2015 – al houden sommigen rekening met een verlenging van de overgangsregeling – is de werkkostenregeling verplicht voor alle werkgevers in Nederland. Behalve voor kostenvergoedingen biedt de regeling werkgevers nog andere mogelijkheden.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Duidelijkheid over de WKR?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
In een brief aan de Kamer naar aanleiding van vragen over de verstrekking van tablets meldt staatssecretaris Dekker van Onderwijs dat zijn collega van Financiën bezig is met een evaluatie van de werkkostenregeling en dat de uitkomsten hiervan nog voor de zomer met de Kamer worden gedeeld.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Eenpersoonsvennootschappen

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
De Europese Commissie heeft een Richtlijnvoorstel gepresenteerd die de oprichting van eenpersoonsvennootschappen in een andere EU-lidstaat moet vereenvoudigen. De grensoverschrijdende activiteiten van ondernemingen worden vereenvoudigd, doordat de lidstaten in hun nationale recht een vorm van vennootschapsrecht opnemen die in alle lidstaten dezelfde regels volgt en een EU-brede afkorting krijgt: SUP (Societas Unius Personae). In Nederland zou het gaan om een besloten eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Elektronische diensten

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
Op 1 januari 2015 wijzigt de btw-wetgeving ten aanzien van elektronische diensten. Dit heeft consequenties voor ondernemers die diensten verrichten bijvoorbeeld via internet of waarvoor de inzet van ICT noodzakelijk is. Die gewijzigde regelgeving is een van de onderwerpen die aan de orde komen op het Nationaal BTW Congres dat op 12 juni in Houten plaatsvindt. Belastingzaken sprak met een van de sprekers op dit congres: Redmar Wolf, btw-adviseur bij Baker & McKenzie en hoogleraar indirecte belas

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Gebruik WOZ-waarde strijdig met EVRM?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Hoen, mr. G.L.J. 't
Gemeenten stellen jaarlijks de WOZ-waarde vast van Nederlandse onroerende zaken. De WOZ-waarde wordt aan de eigenaar (en gebruiker) door de gemeente bekendgemaakt en is van belang voor diverse belastingen waaronder de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Zo wordt de WOZ-waarde gebruikt voor het bepalen van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) voor woningen die bijvoorbeeld worden verhuurd. Begin dit jaar oordeelde Hof Den Haag dat de inspecteur deze WOZ-waarde niet

BelastingZaken 2014, afl. 5 - HR ook akkoord met dubbele heffing BPM

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Elbert, Heleen
Enige tijd geleden hebben wij in deze autospecial bericht over een orthodontist met een dubbele woonplaats. Zij woonde zowel in België als in Nederland. Voor haar Belgische auto heeft zij aldaar ‘Belasting op de inverkeerstelling’ (een soort registratiebelasting) ad € 4.957 betaald. Van de Nederlandse fiscus kreeg zij daarnaast BPM-naheffingsaanslag ad € 17.315 plus boete. De Hoge Raad heeft aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen gesteld over deze dubbele heffing. Mag dat allemaal wel? En moet men geen rekening houden met de elders betaalde belasting? Naar aanleiding van het antwoord op deze vragen heeft de Hoge Raad onlangs een eindoordeel geveld. Hij oordeelt met inachtneming van het arrest Europese Hof van Justitie van 21 november 2013, dat het recht van de Unie er niet toe noopt dat het ene land op de een of andere wijze rekening moet houden met de voor dezelfde auto in een andere lidstaat al betaalde registratiebelasting. De orthodontist is haar centen dus kwijt.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - In welk land wordt de dienst verricht?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Vilsteren, mr. C.W. van
Op 1 januari 2010 wijzigden de regels voor het vaststellen van de plaats van dienst. Vier jaar later zou iedereen daar wel een beetje aan gewend moeten zijn, maar toch gaat in de praktijk nog veel mis. Alle reden om weer eens stil te staan bij de regels voor het vaststellen van de plaats van dienst.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Klemmend

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Caljé, mr. P.A.
Per 1 januari 2014 is de wereld weer een stukje veiliger geworden. Vanaf dit jaar is namelijk het overtredersbegrip in de Algemene wet inzake rijksbelastingen uitgebreid zodat ook de medeplichtige aan een fiscaal strafbaar feit een fiscale boete kan worden opgelegd. Voorheen kon alleen de medepleger naast de dader beboet worden. De medeplichtige is degene die de dader (voorwaardelijk) opzettelijk behulpzaam is geweest bij het fiscale delict. Die schoen lijkt de belastingadviseur die de aangifte opstelt en indient al snel te passen.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Loon partner telt niet mee

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
Bij een echtpaar, dat samen werkzaam is voor hun bv, is voor de beantwoording van de vraag of het gebruikelijk loon van de man juist is vastgesteld volgens de Hoge Raad niet van belang wat aan de vrouw door de bv als loon is toegekend. Eerder had Hof Den Haag vastgesteld dat het gebruikelijk loon van de man te laag was, maar dat de beide echtelieden tezamen wel een juist loonbedrag ontvingen van de bv.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Lucratief belang, ook bij ‘gewone’ werknemers

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Dormael, mr. C.A.D. van
Sinds 1 januari 2009 worden de voordelen uit vermogensrechten die een relatie hebben met de dienstbetrekking niet meer belast in box 3, maar progressief in box 1 tegen maximaal 52%. In de Wet inkomstenbelasting 2001 is sindsdien een artikel toegevoegd waarin een dergelijk lucratief belang belastbaar wordt gesteld. Zoals uit een recente uitspraak van Rechtbank Den Haag blijkt, zijn het niet alleen de ‘grote jongens’ die tegen de bepalingen inzake een lucratief belang kunnen aanlopen.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Netto-lijfrente in internationaal perspectief

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Boven, Edzo
Voor inkomens boven de € 100.000 gaat de pensioenopbouw vanaf 1 januari 2015 plaatsvinden in de vorm van een zogenoemde netto-lijfrente. De verwachting is dat ook veel buitenlandse werknemers een netto-lijfrente gaan opbouwen. Indien zij deze lijfrente na terugkeer naar hun woonland aldaar gaan ontvangen, is het goed opletten of er geen dubbele heffing plaatsvindt. Dit is niet alleen van belang als men voor de keuze staat of men een netto-lijfrente gaat opbouwen of niet, maar ook bij de keuze om deze in het buitenland te gaan genieten, dan wel net voor terugkeer of ingangsdatum af te kopen. Een dergelijke afkoop wordt (vooralsnog) niet als een afkoop gezien waarop sancties van toepassing zijn. Of er sprake is van een dubbele belastingheffing, zal met name afhankelijk zijn van het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing, dat het woonland heeft met Nederland.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Nieuw pensioenstelsel? Alweer?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Boven, Edzo
In de pers is recent gemeld dat er sprake zou zijn van een ‘nieuw pensioenstelsel’. Velen vragen zich af of er naast de aanpassingen per 1 januari 2015 nog een verdere aanpassing van de maximale pensioenopbouw gaat plaatsvinden. In ieder geval is duidelijk dat met ‘nieuw pensioenstelsel‘ wordt gedoeld op verdere technische aanpassingen met betrekking tot pensioen, naast de aanpassingen van de maximale pensioenopbouw (1,875% in middelloon en een maximaal pensioengevend salaris van € 100.000). Genoemd worden een verhoging van de weerstandsbuffers door pensioenfondsen, nieuwe regels omtrent de dekkingsgraden van pensioenfondsen (invoering van langdurige gemiddelden om ‘te snelle’ afstempeling te voorkomen) en de invoering van een zogenoemd collectief vast pensioenstelsel. Deze wetsvoorstellen zijn voor advies aan de Raad van State gestuurd en het is nog afwachten hoe een en ander wordt ingevuld.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - OZR

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Latour, drs. R.A.W.P.
Ik wil via mijn bv aandelen in een andere bv kopen. Deze bv bezit vastgoed. Moet ik overdrachtsbelasting betalen over de waarde van dat vastgoed?

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Opmerkelijk

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
Een belastingplichtige besluit bezwaar en vervolgens beroep aan te tekenen tegen zijn aanslag inkomstenbelasting 2011. Hij vindt dat zijn aanslag moet worden verminderd tot nihil omdat voor (bepaalde) leden van het koninklijk huis een belastingvrijstelling is geregeld in artikel 40, tweede lid van de Grondwet. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel stelt hij, dat hij ook gebruik moet kunnen maken van deze vrijstelling.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Rammelende ritten­administratie afgekeurd

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Elbert, Heleen
Een belastingcontrole over de jaren 2007 – 2010 heeft voor een internationaal transportbedrijf een correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak tot gevolg. Het gaat daarbij om de auto die ter beschikking is gesteld aan een van haar werknemers. Tot 18 februari 2008 gaat het om een Toyota met een cataloguswaarde van € 22.979. Vanaf 18 februari 2008 gaat het om Mercedes met een cataloguswaarde van € 42.628. De werknemer houdt een kilometeradministratie bij, maar op bijna alle dagen noteert hij 75 kilometer voor woon-werkverkeer, terwijl deze afstand in werkelijkheid (tweemaal 34 =) 68 kilometer bedraagt. Dit doet hij om korte zakelijke ritten binnen de gemeente Urk door andere collega’s te compenseren. Deze korte zakelijke ritten zijn niet gespecificeerd in de kilometeradministratie opgenomen. Vreemd is dat hij op 27, 28 en 29 juli 2010 werkt, zijn auto gebruikt, maar geen kilometers noteert. Daarnaast noteert de werknemer wel 75 kilometer woon-werkverkeer op 5 april 2010 (tweede Paasdag) en 24 mei 2010 (tweede Pinksterdag), terwijl hij op die dagen niet heeft gewerkt.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Redelijke termijn voor lijfrente bevestigd

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Boven, Edzo
De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Amsterdam bevestigd, waarbij voor een belastingplichtige een redelijke termijn geldt om een lijfrente te bedingen. Het hof stelde in deze zaak dat deze termijn in elk geval verstreken is na één jaar. Niet duidelijk is wat de exacte termijn is, wel is duidelijk dat indien na één jaar geen lijfrente is bedongen, een redelijke termijn is overschreden. Het vrijkomende lijfrentekapitaal is dan belast in het kalenderjaar waarin de redelijke termijn afloopt.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Tijdelijke herleving ­willekeurig afschrijven

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Lierop, mr. M.P.A. van
Ondernemers die in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2013 hebben geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsmiddelen kunnen bij het doen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2013 de regeling willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen weer toepassen. Op bedrijfsmiddelen aangeschaft in deze periode kan maximaal 50% willekeurig worden afschrijven. Over het restant schrijft men ‘normaal’ af.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Tips

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
Bent u transportondernemer en maakt u meerdaagse internationale ritten die langer dan 24 uur duren? Dan mag u in 2014 een bedrag van € 34 per dag als verblijfkosten ten laste van uw winst brengen. Het aantal gereden dagen moet u kunnen aantonen. De vertrek- en terugkomstdag tellen elk voor de helft mee. De regeling kan onder voorwaarden ook worden toegepast door transportondernemers die dagelijks vanuit een andere plaats dan hun woonadres internationale ritten maken.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Ton voor de woning

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Wel, mr. R.C. van der
Uit onderzoek van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie onder haar leden blijkt dat sinds de invoering van de tijdelijke verruimde schenkingsvrijstelling van € 100.000 het aantal eigenwoningschenkingen flink is toegenomen. 42% meldde een flinke toename en 20% spreekt zelfs van (meer dan) een verdubbeling. De ‘ton voor de eigen woning’ is populair, maar is men ook bekend met de fiscale gevolgen?

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Valkuil

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
De eigenaar van een monumentenpand laat in 2009 verscheidene onderhoudswerkzaamheden aan zijn pand verrichten. Hij heeft hiervoor bouwmaterialen gekocht. De werkzaamheden laat hij verrichten door een dakloze klusjesman, die hij contant betaalt. Als bewijs voor de betaling overlegt de eigenaar een papiertje met daarop een bedrag en een bon voor opname van dat bedrag uit een geldautomaat. In zijn aangifte heeft de eigenaar een bedrag van € 35.954 als verbouwingskosten opgegeven, bestaande uit € 9.494,86 aan bouwmaterialen en € 26.458,96 aan arbeidskosten. De inspecteur accepteert een bedrag aan verbouwingskosten van € 8.336. Aangezien dit bedrag niet boven de drempel van € 9.240 komt, is bij het vaststellen van de aanslag geen rekening gehouden met een aftrek uitgaven voor monumentenpanden. Naast het monumentenpand bezit de eigenaar ook nog een aantal andere panden die hij verhuurd.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Veelbetekenend

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014
In Europa is er op fiscaal gebied veel beweging gaande. Voor het eerst lijkt er een akkoord te komen over een groot, gezamenlijk onderwerp, namelijk de zogeheten transactietaks. Daarnaast heeft Zwitserland zich aangesloten bij de standaarden van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Door deze stap komt er een einde aan het zo lang gekoesterde bankgeheim in dit Alpenland.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Verder in de flex-bv

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Poulina, drs. G.M.
Er komt een moment dat de eenmanszaak niet langer de meest geschikte ondernemingsvorm is. Vooral vanwege risicospreiding kan het bijvoorbeeld wenselijk worden de onderneming te drijven via een besloten vennootschap in plaats van via een eenmanszaak. De onderneming (eenmanszaak) kan onder voorwaarden geruisloos, dat wil zeggen zonder belastingheffing, worden ingebracht in een bv. Dit vraagt wel om een goede planning.

BelastingZaken 2014, afl. 5 - Verlaging AOW-franchise dga mogelijk?

Aflevering 5, gepubliceerd op 19-05-2014 geschreven door Boven, Edzo
Het is in werknemerspensioenregelingen mogelijk om een lagere AOW-franchise te hanteren in combinatie met een lager (maximaal) opbouwpercentage. Deze combinaties zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting. Voor werknemers (niet-dga) geldt een AOW-franchise van 10/7 maal de AOW-uitkering voor een gehuwde (2014: € 13.449). Voor een dga is de AOW-franchise echter 10/7 maal de AOW-uitkering voor een ongehuwde (2014: € 19.619).