Aflevering 2

Veel ondernemers maken gebruik van de NOW-regeling (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid). De regeling biedt een tegemoetkoming voor doorbetaling van loonkosten in geval de onderneming door omzetverlies van minimaal 20% daar niet zelfstandig meer toe in staat is. In dit artikel staat de wijze van verwerking van de NOW-subsidie in de jaarrekening en aangifte centraal.

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Algemene Rekenkamer onderzoek verricht naar maatregelen ter voorkoming van belastingontwijking en in het bijzonder de rulingpraktijk van de Belastingdienst.

CBS heeft een verbetering aangebracht in de Vermogensstatistiek waardoor het vermogen van huishoudens naar boven is bijgesteld. Zo blijkt dat het vermogen uit aanmerkelijk belang in 2019 hoger is dan eerder gedacht.

Via hun vakbonden klagen belastingambtenaren dat ze in het werk gehinderd worden door de gevolgen van de toeslagenaffaire.

Een ondernemer die zich bezig houdt met online marketing, liet zijn aangiften inkomstenbelasting in de jaren 2009 tot en met 2014 door een fiscale adviseur verzorgen. In het jaar 2012 had de ondernemer een inkomen van € 35.845, in 2013 een inkomen van € 45.906 en in 2014 een inkomen van € 90.556. In 2015 heeft de ondernemer de overeenkomst met de fiscale adviseur opgezegd. In 2020 stelt de ondernemer de fiscaal adviseur alsnog aansprakelijk voor de schade die is ontstaan door het mislopen van een belastingteruggaaf omdat over de jaren 2012, 2013 en 2014 geen middeling is toegepast.

Uit de beantwoording van Kamervragen door minister Koolmees blijkt hij signalen heeft gekregen dat de betaling van de transitievergoeding voor sommige werkgevers door de coronacrisis tot problemen kan leiden. De minister ziet echter geen mogelijkheden om de compensatieregelingen voor de transitievergoedingen te herzien en UWV de compensatie op voorschot te laten uitkeren.Volgens de minister dient de transitievergoeding als compensatie voor ontslag en om de transitie van werk naar werk te vergemakkelijken. In onzekere tijden is dit voor werknemers van groot belang. Daar komt bij dat de transitievergoeding per 1 januari 2020 aanzienlijk is verlaagd. Bovendien biedt de regeling voldoende flexibiliteit als de betaling van de transitievergoeding leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering van de werkgever. De transitievergoeding kan in die situatie in termijnen worden betaald.

Sinds 1 januari 2020 kunnen werkgevers een MKB verzuim-ontzorgverzekering afsluiten. Ruim 6.000 werkgevers hebben dat tot nu toe gedaan. Meer dan de helft van deze werkgevers hebben minder dan vijf werknemers.

Een luxe probleem blijft een probleem.

Onlangs heeft Hof Den Bosch gekeken naar de vraag of een periodieke gift in aftrek kon worden gebracht in de aangifte. In dit geval was de gift gedaan door de voorzitter en oprichter van de begiftigde, een ANBI. De schenker had dus een ‘eigen’ goed doel stichting. Hoewel iedereen een stichting kan oprichten, betekent dat nog niet dat dit fiscaal ook een goed doel is. Aan welke voorwaarden een goed doel moet voldoen om een ANBI te zijn, wordt hieronder besproken.

Arjan Schep, bijzonder hoogleraar Heffingen van Lokale Overheden De menselijke maat in fiscale zaken vraagt om lokale vrijheden. Maar in de praktijk zitten efficiency en Rijksbeleid in de weg.

Ruim 302.000 ondernemers maken gebruik van de uitstelregeling voor belastingen zoals de vennootschapsbelasting, omzetbelasting (niet invoer), loonbelasting en inkomstenbelasting. Volgens het laatste nieuws loopt dit uitstel af op 1 juli 2021. Enerzijds biedt dit hoop dat de mogelijkheid dat de covid-maatregelen worden versoepeld en dat onderneming die getroffen zijn door de covid-maatregelen weer open kunnen gaan. Anderzijds betekent dit ook dat met einde van het soepele uitbestelbeleid ondernemers getroffen zullen worden met de realiteit dat de belastingschulden afbetaald moeten gaan worden.

Ik heb het altijd een gek woord gevonden: kwijtschelden. Alsof je iemand eerst de huid vol scheldt om daarna te vervolgen; ‘En laat dat tientje maar zitten’.

Ingeval een vennootschap in liquiditeitsproblemen verkeert en niet alle crediteuren kan betalen, rijst de vraag welke crediteuren de vennootschap zal betalen. De Belastingdienst stelt vaak dat men het betalen van crediteuren met een lagere preferentie dan de Belastingdienst dient aan te merken als kennelijk onbehoorlijk bestuur in de zin van de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid. Daarmee zijn de bestuurders van de vennootschap in privé aansprakelijk. De vraag is of het standpunt van de Belastingdienst in zijn algemeenheid juist is. Recentelijk heeft Rechtbank Gelderland zich daarover uitgelaten.

Leent een dga geld van zijn vennootschap en kan de dga deze lening alleen aflossen met toekomstige dividenduitkeringen van de vennootschap of uit de opbrengst van een toekomstige aandelenverkoop? Dan moet de lening worden aangemerkt als een onttrekking (bodemloze putlening). Althans, dat vindt de Belastingdienst.

Nederlanders worden steeds ouder en blijven daarbij ook nog eens langer gezond. Daarom is enkele jaren geleden besloten dat een pensioendatum van 65 jaar niet langer passend was. Langer doorwerken en dus later met pensioen is echter niet voor iedereen en alle beroepen haalbaar. De mogelijkheden voor gezond werken naar de pensioengerechtigde leeftijd zijn onderzocht en dit is terug te zien in het pensioenakkoord, nu uitgewerkt in het voorstel Wet Toekomst Pensioenen.

Eind vorige en begin deze eeuw gebruikten belastingplichten het EU-recht met name om regels van nationale overheden te bestrijden die in strijd waren met dat EU-recht. En vaak met succes. Er is niemand die bij het tekenen van het Verdrag van Maastricht de uiteindelijke implicaties van dit verdrag heeft voorzien, zeker niet ten aanzien van fiscale zaken. In het meer recente verleden hebben nationale belastingdiensten het EU-recht ook gebruikt om – in hun ogen – gekunstelde belastingconstructies aan te pakken. En ook hier met succes.

Te laat met het indienen van een bezwaarschrift? Dan wordt de belastingaanslag definitief. In sommige gevallen is een bezwaarschrift toch nog ontvankelijk. Namelijk als de overschrijding van de termijn verschoonbaar is. Bijvoorbeeld bij overmacht. Zo niet, dan is er nog een laatste strohalm: de ambtshalve vermindering. Wat is dat en wanneer kan die redding bieden?

Hoewel in Nederland 8% van de bevolking 42% van de vluchten voor zijn rekening neemt, blijkt uit de beantwoording van Kamervragen dat staatssecretaris Vijlbrief geen voorstander van veelvliegtaks is.

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft een handreiking voor gemeenten gepubliceerd waarin stapsgewijs wordt beschreven hoe te handelen bij een onbeheerde nalatenschap en hoe het RVB de gemeente hierin ontzorgt.

Een bv keert in augustus 2017 een dividend van € 1 miljoen uit aan haar enig aandeelhouder. Deze aandeelhouder is een lichaam dat is gevestigd in de Russische Federatie. De bv past niet het standaardtarief van 15% maar het verlaagde dividendbelastingtarief van 5% toe. De toepassing van dit verlaagde tarief vereist echter een bepaalde vergunning. De bv neemt deze vergunning niet op in haar aangifte dividendbelasting. De Belastingdienst vraagt de bv daarom om de ontbrekende vergunning. Maar de bv stuurt daarop een onjuist formulier terug. Dit levert haar een naheffingsaanslag dividendbelasting inclusief verzuimboete op. In september verleent de inspecteur de bv alsnog de vergunning en een teruggaaf dividendbelasting. De verzuimboete blijft echter in stand.

Accijnsheffing is voor velen een onbekend terrein. En dat is begrijpelijk, deze heffing treft een specifieke groep goederen en deze goederen worden doorgaans slechts verhandeld door een specifieke groep producenten van bijvoorbeeld tabaksproducten of alcoholhoudende producten en daarbij betrokken dienstverleners.